Verslag inleiding Remieg Aerts

Vanavond verzorgt Remieg A.M. Aerts de inleiding. Hoogleraar in Amsterdam en Nijmegen, o.a. gelauwerd biograaf van Thorbecke. En terecht! (W.S.)

Hij betoont zich een getrouwe volgeling van zijn leermeester Ernst H. Kossmann met zijn voorliefde voor politieke geschiedenis. ‘Een geschiedenisleraar die met een nat washandje al te koortsige opvattingen afkoelt’, relativerend, liberaal.

De wereldgeschiedenis in vogelvlucht stemt droevig. Geweld overheerst vanaf het begin. Onlangs nog: een museumbezoek tijdens de vakantie in Brescia toont uit de bronstijd louter helm, schild, speer en zwaard.

Tot ongeveer het midden van de 18e eeuw overheersen twee visies de Westerse kijk op geschiedenis: een circulaire van opkomst, bloei, neergang en ondergang en een lineair-eschatologische van schepping en (een tranendal van) aards bestaan naar voleinding.

Met de Verlichting en de Industriële revolutie wordt het aardse bestaan uit zijn sombere platoons/christelijke bedding gelicht en verzelfstandigd. Optimistisch gaat de Europese mens aan de slag in een maakbare wereld. Dit wordt in de 19e eeuw tot vooruitgangsgeloof.

De keerzijde blijft niet onopgemerkt. Rousseau, Marx, Nietzsche, Freud, Les Grand Maîtres du Doute, komen in het geweer…, …maar de regerende elite en de massa blijven aanhangers van het geloof in economische groei, zelfs na twee verwoestende Wereldoorlogen. Er is ook zoveel verbeterd: hygiëne, scholing, emancipatie, voeding, democratisch bestel, armoede- en hongerbestrijding, etc. etc. Steven Pinker, Hans Roslin en Johan Norberg e.a. worden niet moe deze lange termijnverbeteringen op te sommen. Ook onze eigen Rutger Bregman draagt op eigen vertroostende wijze zijn steentje hieraan bij.

Zijn er conclusies te trekken uit deze Europees-universalistische (?!) helicopter view over de geschiedenis? De tussen haakjes geplaatste leestekens wijzen erop dat de historicus Aerts bij de tijd is. Hij verwijst op enkele plekken in zijn beschouwing naar The Dawn of Everything van David Graeber en David Wengrow – met een volstrekt alternatieve blik op de mensheid en haar geschiedenis. Ook al gaat hij er verder niet op in.

Aerts oppert als conclusie drie mogelijke levenshoudingen:

(1) Een compromisloos realisme. Geen goede bedoelingen maar macht, invloed en organisatie moeten en zullen ons uit de problemen helpen.

(2) [In het voetspoor van De dialectiek van de Verlichting van Theodor Adorno en Max Horkheimer] De instrumentele rede van wetenschap en techniek moet niet aflatend onder kritiek worden gesteld van de morele rede. Zo, met vallen en opstaan, zullen we dan maar moeten doormodderen.

(3) Illusieloos idealisme. Een vooral individuele levenshouding die ingang heeft gevonden via de liberale protestantse theologie: als er geen welwillende voorzienigheid meer bestaat (sinds de dood van God in de 19e eeuw) moet de mens zelf maar gaan graven in zijn innerlijk en er het beste van zien te maken.

Het was een pittige avond die veel van ons eiste aan conceptueel begrip. Dat bleek ook uit de aarzelende reacties in de discussie na de pauze die, overigens, zeker in het laatste kwartier een luikje open zette naar de betrokken mens en burger Remieg Aerts.

Hopelijk biedt deze terugblik enig houvast voor de herinnering aan deze presentatie van de prometheïsche mens en diens worsteling met de inhoud van de doos van Pandora.

Warrie Schuurman

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *