Het was even zoeken naar een balans in mijn hersenpan om dit verslag op papier te krijgen. Een mini-writer’s block, zal ik het maar even noemen.
Maandagavond 20 maart was Floris Cohen de opperstalmeester in onze Bilthovense Kring. Hij koos een opmerkelijke vorm en inhoud voor zijn lezing: Waardevast handelen in theorie en praktijk.
De vorm was opmerkelijk, want de heer Cohen las letterlijk voor – in een fors tempo, omdat hij zich merendeels door lange zinnen moest worstelen – uit hoofdstuk 3 ‘Innerlijke conflicten’ van het boek Experiment mensheid (2021 Prometheus Amsterdam).
De inhoud was niet minder opmerkelijk. Het hele boek Experiment mensheid is bijzonder. Floris Cohen heeft het geredigeerd als vriendendienst en eerbetoon aan Rob Wentholt. Deze Rob Wentholt functioneerde op de Erasmus Universiteit als hoogleraar menswetenschappen met een writer’s block. Daardoor, aldus Cohen, heeft diens genie zich nooit buiten de collegezaal verspreid. Na Wentholts pensionering heeft Cohen zich erop toegelegd aan Wentholt schriftelijk te ontfutselen wat in zijn geest rondwaarde over hoe wij van binnen in elkaar zitten en hoe dat uitpakt in ons handelen, individueel en als groep. Experiment mensheid is de postume publieksversie van Wentholts meesterschap, aldus Cohen.
Zoals gezegd, Floris Cohen heeft ons hoofdstuk 3 voorgelezen. Het was moeilijk te volgen. Althans voor mij. Mijn brein tolde. Mijn gedachten buitelden door elkaar. Gelukkig hoefde ik na de pauze alleen maar een microfoon vast te houden. Het is, volgens Wentholt, geen doen in eenvoud te concipiëren hoe in ons brein het krachtenspel rond waarden, normen en wenselijkheden zich afspeelt; hoe de psychodynamica van innerlijke conflicten gedragen wordt door een theoretische samenhang van de menswetenschappen, vergelijkbaar met die van de mathematica voor de exacte wetenschappen. Daarom bevat Experiment mensheid een aaneenschakeling van zinnen over onze complexiteit, onze morele dilemma’s, onze tegenstrijdigheden, onze grootsheid en onze misère. Niet minder, ook niet meer. Deze lezing van hoofdstuk 3 was daar een evidente blijk van.
Het was voor mij een oefening in bescheidenheid. Enkele gesprekjes met deze en gene hebben me getroost: meerderen konden niet goed vatten wat nou des Pudels Kern(Goethe) was van Wentholts genie (Cohen).
Misschien, zo stel ik me voor, huisde in Wentholt wel eenzelfde terughoudendheid om niet anders dan in een interactieve relatie met zijn studenten en promovendi (?) zijn ‘analytische en wijze mensenkennis’(Cohen) uit te wisselen, en was dit de uiteindelijke oorzaak/reden van zijn writers’s block.
Warrie Schuurman