Dorine van Norren is strategisch adviseur Noord- en Zuid-Amerika bij het ministerie van Buitenlandse Zaken, Associate Researcher op het gebied van recht en ontwikkelingsvraagstukken bij Van Vollenhoven Instituut Leiden en kunstenaar bij Rathenau Instituut.
De mens is onderdeel van de natuur – en niet andersom. De aarde bepaalt de richting van het bestaan van de mens. De mens dient dan ook zijn systemen af te stemmen op de natuurlijke cycli, of het nu gaat om recht, bestuur of economie. Alles is gericht op behoud van harmonische relaties.
Sinds 2006 worden in Afrika, Azië, Oceanië, Noord- en Latijns- Amerika expliciet rechten toegekend aan de natuur. Dat kunnen rivieren, bergen, stenen of lucht zijn. Dit jaar gebeurde dat voor het eerst in Europa, voor het Spaanse natuurgebied Mar Menor, een zoutwatermeer dat door ernstige vervuiling wordt bedreigd.
Dorine van Norren schetst de huidige stand van zaken. Hoewel klimaatzaken steeds meer terrein winnen, heeft Europa in deze vorm van rechtspraak nog een lange weg te gaan. Juridisch worden nog voornamelijk rechtszaken gevoerd op basis van conventioneel milieurecht en mensenrechten.
Dit jaar zijn in Europa voor het eerst expliciet rechten aan een natuurgebied toegekend. Dat gebeurde in Spanje voor het natuurge-bied Mar Menor, een zoutwatermeer dat door ernstige vervuiling wordt bedreigd.
In andere landen is deze trend al langer gaande. Het begon in 2006 op lokaal niveau bij gemeenten in de VS. Het werd vooral gestimuleerd vanuit de milieubewe-ging en de indianen (First Nations), maar kreeg pas echt vleugels toen inheemse volken in Latijns-Amerika het (juridische) begrip omarmden. In 2008 kwamen rechten voor de natuur in de grondwet van Ecuador terecht. Sindsdien heeft alle natuur – dus niet slechts een gebied – rechten.
In 2010 werd tijdens de alternatieve klimaattop in Cochabamba (Bolivia) de verklaring van Moeder Aarde opgesteld. 22 April werd uitgeroepen tot internationale Dag van Moeder Aarde. Ook nam de VN de resolutie Harmony with Nature aan (2012), vooral op initiatief van Bolivia. Rechten voor de Natuur moeten echter gezien worden binnen een breder begrip van de inheemse wijze van leven, in harmonie met de Natuur. Met een hoofdletter, omdat deze als heilig wordt gezien.
Volgens inheemse volken in Noord- en Zuid-Amerika is goed leven (een werkwoord) vooral: leven in harmonie met de natuur. De Quecha volken in de Andes noemen dit Sumak Kawsay, in het Spaans vertaald als Buen Vivir/Vivir Bien. In hun visie is het leven biocentrisch georganiseerd. Dat betekent dat de mens niet boven de natuur staat, zoals in het antropo-
centrische Westerse gedachtengoed, of ervan afge-scheiden is. En ook dat er geen onderscheid is tussen cultuur en natuur. De mens is onderdeel van de natuur en de aarde bepaalt de richting van het bestaan van de mens. De mens dient dan ook zijn systemen af te stemmen op de natuurlijke cycli, of het nu gaat om recht, bestuur of economie. Alles is gericht op behoud van harmonische relaties. Hierbij wordt ook aan ‘niet-levende objecten’ (volgens de Westerse visie) leven (of een ziel) toegekend. Dat kunnen bergen, meren, stenen of de lucht zijn. Alles is levend en staat met elkaar in verbinding. Er is sprake van een wederke-rige relatie van geven en nemen. Dit geldt voor mensen onderling, maar ook voor mens en natuur.
Buen Vivir
Buen Vivir/Vivir Bien vormt de grondslag van de grondwetten in Ecuador en Bolivia (2008), al hebben deze grondwetten ook ontwikkelingsgedachtengoed wat daar soms weer mee op gespannen voet staat. Op economisch vlak benadrukt Buen Vivir solidariteit, voedsel- en energiesoevereiniteit (autonomie en lokale productie van een gemeenschap op dit gebied) en het tegengaan van financiële speculatie, (want ondermij-nend voor basisbehoeften: woningen, voedsel et cetera).
Buen Vivir wil een alternatief bieden voor het begrip economische groei als maatstaf voor welzijn van mens en natuur. Het is ook een alternatief voor het begrip ‘duurzaamheid’: lineaire groei bestaat niet, alles in de natuur groeit, vergaat en groeit opnieuw. Dus duur-zame groei is een tegenstrijdig begrip. Op politiek vlak streeft men naar directe participatieve democratie. Met de implementatie van het Buen Vivirbeleid in Ecuador, tijdens de tien jaar van het bewind van president Correa (2007-2017), zijn gemengde resulta-ten behaald. De natuur moest uiteindelijk vaak wijken voor het belang van intermenselijke solidariteit, die vooral gefinancierd werd uit de inkomsten uit olie en mijnbouw. De politiek gaf daar de internationale gemeenschap de schuld van, die had niet willen
meewerken aan een fonds ter compensatie van ‘leaving the oil under the ground’. Ook werd de rechtspraak politiek beïnvloed, zoals uit nog volgende voorbeelden blijkt (zie ‘Rivier in de rechtbank’). Tegelijkertijd wierp de nieuwe grondwet een schaduw vooruit naar volgende kabinetten die zich aan stringentere milieu-eisen moeten houden, vanwege het toezicht door de (inmiddels weer onafhankelijke) rechterlijke macht.
Natuur in het rechtssysteem in Ecuador
Naast Buen Vivir introduceerde Ecuador rechten voor de natuur in de grondwet. In Ecuador overtuigden milieu-activisten de inheemse volken. Uiteindelijk kwamen zij tot de conclusie dat deze wijze van rechtdoen weliswaar niet inheems is, maar in een (gekoloniseerd) Westers rechtssysteem het best recht doet aan het begrip harmonie met de Natuur. Volgens inheemsen geeft de aarde rechten aan de mens – en niet andersom.
De grondwet van Ecuador geeft aan dat de natuur recht heeft op respect van natuurlijke cycli, recht op herstel bij beschadiging, en recht op bescherming van uitstervende soorten. Daarnaast bevat het nog een antropocentrische bepaling dat de mens recht heeft op een schoon leefmilieu en ‘goed leven’. Burgers worden plichten toegedicht, zoals zorg voor de natuur. Gebruik van genetisch gemodificeerde gewassen is eveneens verboden door de grondwet.
Het voordeel van deze bepalingen boven de Westerse aanpak van rechten op een schoon leefmilieu is vooral dat ook natuurbeschadiging die niet direct aan menselijke belangen raakt aan de kaak gesteld kan worden. Iedere burger mag namens de natuur spreken en een rechtszaak voeren. Hiermee wordt de intrinsieke waarde van de natuur erkend. In eerste instantie stuitte dit op weerstand bij meer conservatieve delen van de samenleving. Zij redeneerden dat de natuur geen moreel vermogen heeft en geen ratio, en dus niet in de rechtszaal vertegenwoordigd kan zijn. Anderen stelden daartegenover dat ook bedrijven abstracte entiteiten zijn die door mensen juridisch vertegenwoordigd worden. Dit argument won ook de sceptici voor zich.
Uiteindelijk gaat het om het wegen van diverse belangen en grondrechten. En waarom zou het belang van de natuur en de aarde daarin niet meewegen?
Rivier in de rechtbank
De eerste zaak die gewonnen werd, was die van de rivier Vilcabamba tegen de gemeentelijke overheid in 2011. De rivier won recht op herstel van natuurlijke loop. De gemeentelijk overheid had een weg aangelegd en beriep zich op het recht op ontwikkeling (Provincial Court of Justice of Loja). Omwonenden hadden hier last van, en nadat zij eerst een beroep hadden gedaan op conventioneel milieurecht, wonnen zij hun zaak op basis van rechten voor de natuur. De zaak kreeg internationaal veel aandacht. Implementatie van het vonnis bleef echter jarenlang uit, en leidde tot nieuwe rechtszaken.
Ook andere kleine overwinningen werden behaald. Zo kregen mangrove bomen voorrang op een garnalenvis-ser, die zich beriep op het recht op rechtszekerheid, en werk en inkomen. Ook een varkensboer werd aan banden gelegd en onder toezicht gesteld om water en milieuverontreiniging te verminderen. Hiervan hadden omwonenden last, maar ook het recht van de natuur woog mee in de uitspraak. Verder verloren kleinschalige illegale mijnbouwers hun werktuigen, die werden vernietigd door de overheid omdat de artisanale mijnbouw waterverontreiniging veroor-zaakte. Het recht van de natuur woog hierbij zwaarder dan het recht op eigendom.
Ook dieren werden beschermd in strafzaken, zoals de bedreigde condor (een boer had trots op Facebook
‘Er is geen onderscheid tussen cultuur en natuur. De mens is onderdeel van de natuur en de aarde bepaalt de richting van het bestaan van de mens’
geposeerd met een dode condor). De haaien in de Galapagos wonnen hun zaak tegen de illegale vissers. Eerder was dat niet mogelijk omdat vissers steevast beweerden dat de haaien gevangen waren buiten de territoriale wateren van Ecuador; men kon het tegendeel niet bewijzen. Op basis van de rechten voor de natuur werd dit argument nu van tafel geveegd.
Helaas verliepen andere zaken in deze beginperiode minder positief. Een grote zaak, aangespannen door milieu-activisten tegen de Mirador mijn, werd door de rechtbank afgewezen op basis van het argument dat de natuur in de beschermde gebieden niet geraakt werd. Bovendien was er een milieuvergunning afgegeven. Op het argument dat natuur buiten beschermde gebieden ook rechten heeft en het de vraag was of de milieuver-gunning voldeed, wilden de rechters niet ingaan.
Het páramo ecoysteem kreeg in lager beroep bescher-ming tegen een dennenboomplantage, maar verloor dit vervolgens in hoger beroep.
De zaak over de oliespil van de Deep Horizon werd niet ontvankelijk verklaard omdat de Golf van Mexico niet in Ecuador ligt (over de extra territoriale werking van de grondwet bestaat echter onduidelijkheid, omdat dit in de Galapagos zaak later wel erkend is). Duidelijk was in beide zaken dat de politiek niet wilde, en de rechters onder druk stonden. Er werden daarom geen nieuwe zaken aangespannen tegen grootschalige mijn- en olie-exploratie om negatieve jurisprudentie te voorkomen.
Na de machtswisseling vond onder president Moreno (2017-2021 een herstel van de onafhankelijke rechter-lijke macht plaats, wat leidde tot opmerkelijke uitspraken die recht ingaan tegen de belangen van de nieuwe (conservatieve) regering Lasso om versterkt in te zetten op mijnbouw. Zo werd in de Sinangoe zaak besloten dat de inspraakrechten van inheemse volken (Sinangoe) gerespecteerd dienen te worden en het recht van de natuur (in casu de Amazone rivieren) prevaleert boven de voorgenomen mijnbouwconces-sies. Dit gold ook voor de gebieden de Pinas de la Chuva heuvels en het Los Cedros bos in andere rechtszaken. Deze uitspraken hebben gevolgen voor mijnbouw in heel Ecuador. Aanvankelijk werd ook het Llurimagua-gebied in het gelijk gesteld, maar deze zaak werd in hoger beroep verloren – zonder verklaring van de provinciale beroepsrechter.
In het Mirador mijnbouwproject werd echter opnieuw een nederlaag behaald: de rechter vond het niet aannemelijk dat de stuwdammen met afvalwater op korte termijn zouden kunnen doorbreken bij een aardbeving en daardoor een gevaar voor de natuur (en omwonenden) vormen. Dat dit op lange termijn wel kan gebeuren, zoals de ramp in Brazilië (Minais Gerais) aantoonde, werd niet meegewogen.
Interessant is ook dat voor het eerst een zaak werd gevoerd tegen genetisch gemodificeerde gewassen
– gebruikt door grote landbouwondernemingen – die inheemse gewassen dreigen te verdringen. Dit is verbo-den in de grondwet, en dat werd nogmaals bevestigd door de rechter, al is controle erop moeilijk. De rechter vond GMO gebruik ook een schending van ‘voedselsoe-vereiniteit’ van Ecuador, nationale zelfstandigheid in voedselverbouw, een ander begrip in de grondwet dat deel uitmaakt van Buen Vivir. In weer een andere rechtszaak werd een deel van de milieuwetgeving strijdig bevonden met de grondwet en rechten voor de natuur.
Geconcludeerd kan worden dat rechten voor de natuur wel degelijk invloed hebben in Ecuador, en soms op gespannen voet staan met conventionele ‘ontwikke-ling’. Daar zullen de Buen Vivir voorstanders tegenin brengen dat zij een ander begrip van ontwikkeling voorstaan, waarin meer delen en een eenvoudiger bestaan voorop staan.
Het legt ook meteen het dilemma van zogenaamde duurzame energiebronnen bloot, waarvoor de grondstoffen vaak in deze landen gewonnen worden, tegen grote ecologische kosten.
Andere landen in Latijns-Amerika
Rechten voor de natuur kwamen in Bolivia in een secundaire wet, en apart nog voor het gebied Lake Titicaca (2022). In Bolivia bleef rechten voor de natuur in de wet voornamelijk een dode letter. Er werd slechts één rechtszaak gevoerd. In Colombia kregen een aantal rivieren rechten via rechterlijke uitspraken (zoals de Atrato rivier in 2016). Mexico richt zijn beleid op
armonia con la naturaleza. In Argentinië won de inheemse gemeenschap (Llaka Honhat) een zaak in het Inter-Amerikaans Hof (en dwong het recht op schoon leefmilieu, cultuur en collectief eigendom af, waarbij het Hof ook rechten voor de natuur erkende). Ook in Chili bevat de nieuwe concept grondwet (2022) bepalingen over rechten voor de natuur.
Afrika, Azië, Oceanië
Was de beweging voor rechten voor de natuur rond 2005 nog in een beginnende fase, sindsdien is deze geëxplodeerd. Vele duizenden wetenschappers en activisten zijn zich ermee gaan bezighouden. In Nieuw-Zeeland werd het nationaal park Te Urewere (en de rivier en berg) in 2012 erkend als natuurrechtsper-soon, met een speciaal bestuursorgaan om het te beschermen. In Bangladesh werden de rivieren door de rechtbank erkend als rechtspersoon (2019) en levend wezen, waarbij de overheid de opdracht kreeg deze te beschermen. In Bhutan koos men voor guardianship of nature in de grondwet (2008), gebaseerd op de Boed-dhistische levensvisie van Bruto Nationaal Geluk. In India zijn de rivieren de Ganges en Yamuna tot natuurrechtspersoon verklaard door een lokale rechter, maar dit is teruggedraaid door het Hooggerechtshof (2019) wegens implementatieproblemen. Alleen Uganda erkende recent (2019) – als eerste Afrikaanse land – de rechten voor de natuur in algemene zin (dus niet alleen voor een gebied) in een wet. In Afrika is zorg voor de natuur mede ingegeven door de Ubuntu filosofie van broederschap.
Europa
Rechten voor de natuur is enerzijds een inheems begrip van respect, dankbaarheid en wederzijdse uitwisseling met de Natuur, en anderzijds een juridisch begrip om in Westers georiënteerde rechts-systemen de Natuur een stem te geven. Dit laatste werd al beargumenteerd door Christopher Stone in zijn geschrift Should Trees have Standing? uit 1972. Met andere woorden: moeten bomen ook het recht hebben
‘Lineaire groei bestaat niet, alles in de natuur groeit, vergaat en groeit opnieuw. Dus duurzame groei is een tegenstrijdig begrip’
zichzelf te vertegenwoordigen in de rechtszaal? Ook de diepe ecologie borduurt op dit soort gedachten voort. ‘Inheemse’ (zoals Germaanse) tradities van leven in harmonie met de natuur zijn verloren gegaan in Europa, maar moderne denkers hebben ook hierover nagedacht. Een inheemse, door de bevolking gedragen praktijk van leven in harmonie met de natuur helpt natuurlijk wel bij het voorkomen van natuurschade en is draagvlak voor het juridische begrip rechten voor de natuur. Een sine qua non voor uitvoering ervan is natuurlijk ook onafhankelijke rechtspraak. Er zullen zich – ook als deze rechten wel geïncorporeerd worden in wetten – nog veel andere vragen voordoen. Zoals hoe verschillende belangen te wegen, wat ‘natuurlijk’ precies is, hoe rechten van dieren te definiëren, et cetera. De jurisprudentie van Ecuador kan daarbij als voorbeeld dienen.
Wij zijn de natuur
Ook in het geval van Mar Menor stelde de omwonende bevolking: ‘Wij zijn Mar Menor’. Dus: wij zijn de natuur, hoewel we niet leven als inheemse volken. Dit voelden zij zo omdat ze zijn opgegroeid en zich verbonden voelen met het meer. Dat ze niet meer in het meer konden zwemmen door de enorme massa’s aangespoelde dode vissen, bracht de omslag. De universiteit en lokale bevolking dienden het voorstel voor rechten voor de natuur in. Ook lokale vervuilers (vaak agrarische bedrijven) deden mee. Zo groot was de schok over de natuurschade. De lokale overheden steunden het initiatief voor rechten voor het meer, de conservatieve regionale overheid echter niet. Vervol-gens is het door de bevolking met een handtekenin-
genactie als initiatiefwet ingediend bij de (progres-sieve) nationale overheid, met omzeiling van de regionale regering. Het parlement heeft dit (verplicht) in behandeling genomen.
In het wetsvoorstel wordt voor dit specifieke gebied een apart bestuursorgaan in het leven geroepen met vertegenwoordigers van verschillende belangengroe-pen. Er zullen dan ook geen rechtszaken over gevoerd worden (zoals in Ecuador) maar binnen het bestuurs-orgaan wordt onderhandeld tussen de verschillende belangengroepen. Het voordeel ervan is dat het voor een specifiek gebied geldt en potentieel makkelijker draagvlak vindt; het nadeel is dat de andere natuur geen rechten krijgt.
Bal ligt bij parlement
In veel andere landen – waar geen initiatiefrecht tot het maken van wetten voor de bevolking bestaat – zal het parlement, als enige wetgevende orgaan, het initiatief moeten nemen voor rechten voor de natuur in de grondwet, dan wel voor een specifiek gebied, Hierbij zal vaak tegenwind komen van bijvoorbeeld gevestigde agrarische, woning- of mijnbouwbelangen. Het voordeel is echter dat natuurbelangen worden meegewogen in beleidsbeslissingen.
Europa heeft in deze vorm van rechtspraak nog een lange weg te gaan. Juridisch worden nog voornamelijk rechtszaken gevoerd op basis van conventioneel milieurecht en mensenrechten. Klimaatzaken winnen wel steeds meer terrein. In Europa kwam in 2020 de studie Towards an European Union Charter of the fundamental Rights of Nature (European Economic and Social Committee) uit. In 2021 verscheen er een studie op verzoek van het Europese parlement (Can Nature get it right?). In zes Europese landen zijn rechten voor de natuur in de grondwet onderwerp van debat (geweest): Finland, Frankrijk, Duitsland, Italië, Portugal en Zweden. Ook in het VK, Ierland en Denemarken worden initiatieven ontplooid.
In Nederland wordt door activisten een pleidooi gevoerd voor rechten voor de Waddenzee en voor de rivier de Maas (Maas in de wet). Het Rotterdamse ontwerpmuseum Het Nieuwe Instituut is de eerste
Zoop in de wereld geworden waarbij ook de natuur een stem heeft in het bestuur via de bestuurswaarnemer ‘Spreker voor de Levenden’ (zo-operatie is een samen-trekking van coöperatie en ‘zoe’, leven in het Grieks). Hiermee zijn voorzichtig de eerste stappen gezet naar een betere bescherming van de aarde, de natuur, biodiversiteit en het tegengaan van klimaat verandering.
Bronnen
Acosta, Alberto. 2018. Buen Vivir. Latijns-Amerikaanse filosofie over Goed Leven. Uitgeverij Ten Have.
American Society for International Law (ASIL). 2020. Inter-Ame-rican Court of Human Rights Recognizes the Right to a Healthy Environment | ASIL.
Burgers, Laura, en Outer, Jessica ten. 2022. Compendium Rechten voor de Natuur. Casestudies uit zes continenten. Ambasssade van de Noordzee.
Comunidades Indígenas Miembros de la Asociación Lhaka Honhat (Nuestra Tierra) v. Argentina, Inter-Am. Ct. H.R. (Feb 6, 2020) [he-reinafter IACtHR]. https://www.corteidh.or.cr/docs/casos/articulos/ seriec_400_ing.pdf
European Economic and Social Committee. 2020. Towards an EU Charter of the Fundamental Rights of Nature | European Economic and Social Committee (europa.eu).
European Parliament. 2021. Policy Department for Citizens’ Rights and Constitutional Affairs Directorate-General for Internal Policies. 2021. can nature get it right? a study on rights of nature (europa.eu). Kaufmann, Craig and Martin, Pamela. 2021. The Politics of the Rights of Nature. Cambridge, MA: MIT Press.
Putzer, Alex. 2022. Database of European Rights of Nature Initia-tives.
Ramose, Mogobe. 2018. Ubuntu. Stroom van het bestaan als levensfilo-sofie. Uitgeverij Ten Have.
UN Harmony with Nature, Rights of Nature, http://www.harmony-withnatureun.org/rightsOfNature/
Van Norren, Dorine, 2017. Development as Service: A Happiness, Ubuntu, Buen Vivir interdisciplinary perspective on the Sustainable Development Goals. PhD. Universiteit Tilburg. https://pure.uvt.nl/ws/ portalfiles/portal/19859816/Van_Norren_Development_18_12_2017. pdf
Van Norren, Dorine. 2020. The Sustainable Development Goals viewed through Groos National Happiness, ubuntu and Buen Vivir. INEA Journal. The Sustainable Development Goals viewed through Gross National Happiness, Ubuntu, and Buen Vivir | SpringerLink.