Bilthoven, 14 oktober 2024
Een sprankelender start van het nieuwe seizoen hadden we niet kunnen wensen. Wat een prikkelende, speelse en kunstzinnige presentatie! Jan Bor deed echt zijn best. De zaal genoot.
Wij Westerlingen zitten vooral in ons hoofd. We vinden van alles van de wereld om ons heen. We zijn trouwe discipelen van Schopenhauer: de wereld is zoals wij ons die voorstellen. Het hele oeuvre van Houellebecq – dé chroniqueur van onze tijdgeest – getuigt van deze opvatting.
Fout! Mis! Onzin! Aldus Jan Bor.
Wat we waarnemen is niet wat we denken dat we waarnemen. Ons gebruikelijke waarnemen is gemankeerd waarnemen. Wat je ziet als je waarneemt zijn de dingen zelf, niet wat je je voorstelt dat is.
Het is de kunst, vooral de schilderkunst die sinds het einde van de 19e eeuw zich een baan breekt, die ons binnenleidt in wat ook de Oosterse Zen en aanverwante praktijken doen ervaren: het voortdurend afbreken en het doen afbrokkelen van ons zelfbewustzijn dat met zijn eigenwaan ons ingeeft een tegenover te zien, alsof wat is te delen is in subject en object.
Waarnemen is zien wat is dat is. Dat is het.
De eenheid van scheiden en delen, de contrasterende en tegelijkertijd verbindende relativiteit van de beweging in ons universum, het stromen van het op elkaar betrokken zijn van de dingen, panta rhei (Heraclites), is wat is.
En daar tegenover: ons tot stilstand brengen en vastleggen in taal of welke representatie ook is gemankeerd waarnemen.
Jan Bor verwees naar pijn. De gewaarwording – uiterst precies treffend Nederlands! – van pijn kan ons wellicht openbaren wat echt waarnemen is. Er is geen pijn, je neemt pijn waar en dat is wat er is.
Dit is waar Jan Bor over sprak. In zijn lezing, maar ook rechttoe rechtaan na de pauze in gesprek met het publiek; pittig, puntig, streng in het signaleren van het ook maar aanstippen van de mogelijkheid dat er ook maar iets zou zijn als een voorstelling, een ingeving, een verbeelding, iets van een activiteit in ons, als we waarnemen. Niet aldus!
Jan Bor leidde ons in in de seculiere versie van de negatieve theologie – deus sive natura in het suizen van een zachte stilte (1 Kon 19:12) – in het nietsen (Heidegger) van het iets van de waarneming en van de iemand van de waarneming, in de leegte. Zoals het gebeurt in de werveling van de lege vlakken van de grootmeester Mondriaan.
Warrie Schuurman