Paul van der Velde over Hindoeïsme, Boeddhisme en westerse esoterie

Woudkapel, Bilthoven 17/2/2025

Paul van der Velde over Hindoeïsme, Boeddhisme en westerse esoterie

Onze globe is op tilt geslagen. In het Westen pokeren twee wereldmachten om het lot van Ukraïne. De ene partij treedt op namens een onvervalste imperialistische oorlogsvoerder, tevens CEO van een oligarchische piramide in het Kremlin, en – niet te vergeten – moordenaar van Aleksej Navalny; de andere partij handelt uit naam van een criminele narcist, die als ceremoniemeester van een plutocratische gelegenheidskongsi zetelt in het Witte Huis. De spelleider is de moordenaar van de journalist Jamal Khashoggi.

Wat zien we in het Oosten? Tibet zit gevangen in de tentakels van de Chinese machthebber Xi, en in India ontplooit Modi een radicaal Hindoestaans nationaal-populisme.

In de Woudkapel komen we op adem. Prof. dr. Paul van der Velde beantwoordt de vraag: ‘Hoe is de Oosterse wijsheid in onze Westerse contreien terecht gekomen?’

Als groentje in de wereld van Oosterse meditatie, religie, en wijsheidsleer wist ik niet wat ik hoorde. Het merendeel van de eigennamen, begrippen, verwijzingen naar tradities en wat dies meer zij, waren nieuw voor me. In een ver verleden heb ik ooit een semester Hindoeisme gevolgd bij prof. Hoens; wat later heb ik me redelijk verdiept in de satyagraha van Mahatma Gandhi. Verder heb ik in de loop der jaren een en ander opgestoken over hippies die geporteerd waren voor het Oosten, Bhagwan, of Hara Krishna en tussendoor heb ik wel eens wat gelezen van en gehoord over Matthieu Ricard, de Franse spreekbuis van de Dalai Lama.

Ik wist niet wat ik hoorde. Allereerst trof me het intellectuele gemak waarmee Van der Velde constateerde dat de oorspronkelijke tradities uit het Oosten door theosofie en antroposofie zijn verrommeld en aldus gemaniëreerd, vooral sinds de jaren zestig, therapeutisch dienst doen in het van zijn eigen religie verschoonde Westen.

Yoga en Zen en aanverwante Oosterse meditatieve methoden worden met mythische oorsprongsverhalen omkleed. Zo wordt aan Yoga een vijfduizendjarige traditie toegedicht, terwijl Van der Velde weet dat tot in de negentiende eeuw een ratjetoe aan kermisattracties, acrobatische behendigheid en martiale vechttechnieken geleidelijk de methodische vorm hebben gekregen die nu in diverse variaties ons, Westerlingen, rust en ontspanning kunnen geven te midden van de hectische prikkels van het moderne bestaan.

Onbevangen spreekt Van der Velde zijn nieuwsgierige verwondering uit over deze wonderlijke souplesse van de Westerse wereldburger. Wat niet weet, wat niet deert. Zen en Yoga doen ons goed. Wie zijn wij die onszelf zo bespelen?

Na de pauze bleef er nog een klein half uur ruimte voor reacties uit het publiek.

Opnieuw beving me verbazing. Van der Velde vertelt niet (alleen) hoe ingewijd hij is in Brahma en Boeddha. Hij is wat hij meedeelt. Het wordt geaccentueerd door zijn verschijning: een frêle, ascetische manspersoon met een zachtmoedig optreden in een Oosters gewaad. Hij reciteert Sanskriet, zoals monniken in het Romaanse klooster van Sénanque het Gregoriaans tot leven wekken, en leest alsof het vanzelf spreekt de bloemige symbolen van een/de Tibetaanse taal.  Hij is de Oosterse ander.

 

Kortom, het was een belevenis. Heel bijzonder.

 

Warrie Schuurman

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *