Lodewijk Dros, redacteur filosofie en religie van dagblad Trouw verrast ons met een opmerkelijk frisse manier van journalistiek filosoferen over het jaarthema ‘de waarheid in het geding’.
Onze alertheid wordt al snel gewekt met de oneliner : fake news is goed nieuws. Er blijkt immers uit dat we iets delen waarmee we een juiste voorstelling van zaken van een onjuiste kunnen onderscheiden. Wat delen we dan? Hoe onderscheid je fake van real? Is het argwaan? Is het kritisch onderzoek?
Hij laat zien dat een vooroordeel nuttig kan zijn en goedbeschouwd niet bar veel verschilt van een oordeel.
Een stagiair op de krantenredactie wordt gestimuleerd om echt goed uit te zoeken of in kerkelijke kringen gesjoemeld wordt met goede doelen, want daar is ‘ie van overtuigd.
Het eind van het liedje is: er komt geen artikel. Het vooroordeel krijgt geen vlees op de botten.
Ander voorbeeld: de Tesselaar Lodewijk duikt in de geschiedenis van de bierbrouwerij op Texel. Reclame van Grolsch laat stoere kerels zien uit het Twentse verleden. Hoe zit dat op zijn eiland? Zijn zulke kerels ook daar te vinden? Hij vangt bot overal waar hij informatie zoekt of experts raadpleegt tot hij erachter komt: cherchez la femme, monsieur! Nonnen hebben inderdaad al in een ver verleden bier gebrouwen op Texel!
Pas op! is het parool: oordeel en vooroordeel zijn niet (altijd) gemakkelijk te scheiden.
Zijn ze wel te onderscheiden? Tot halverwege de achttiende eeuw dacht men: door goed te kijken, te onderzoeken, te analyseren, te classificeren, etc. etc. kun je juist van onjuist scheiden, tot Immanuel Kant roet in het eten gooit. Wat wij weten, zegt Kant, zijn niet de feiten maar onze ervaringen. Data zijn tweedehands feiten. De werkelijkheid – wat dat ook is – kennen we niet dan via waarneming.
M.a.w. Hoor wie het zegt!
Het perspectief telt. Zoals in de journalistiek geldt: één bron is geen bron, is het hanteren van één perspectief linke soep. Wokisme en fundamentalisme zijn dan niet ver meer. Lodewijk Dros spreekt uit ervaring. Zijn boekje over Tula, het zwarte naakt uit Winschoten van de witte kunstenares Toos Hagenaars, kon echt niet! Wat weet een bevoorrechte witte man of vrouw nou eigenlijk van slavernij?!
Een tupperware bakje met kaas besluit de vlotte lezing.
Doorsnee vindt Jan en alleman dat over smaak niet te twisten valt. Nou, toch wel! verzekert ons Lodewijk, zelfs voor smaak geldt – niet zelden – ‘de heersende smaak, is de smaak van de heersers’. Ook onze vermeende, allereigenste smaak wordt o zo vaak cultureel bepaald. De geschiedenis van groen uitgeslagen oude schapekaas van Tesselse bodem, geraffineerd met omwindsels gevuld met schapekeutels, was in de Gouden Eeuw – die intussen ook al danig aan glans heeft ingeboet – een elitaire lekkernij; maandagavond, echter, mochten we aan de kaas in het bakje alleen maar ruiken, aankomen niet. Vandaag de dag kan deze kaas echt niet meer.
Warrie Schuurman, Bilthoven 13/11/2023